Onderwijskundige visie

Onderwijskundige visie 

Op dit moment werken we binnen de school met het leerstofjaarklassensysteem. Dat betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de klas zitten en aan dezelfde doelen werken. Wel kijken we goed wat een kind al kan en wat het nog moet leren. Daarom werken we in drie niveaugroepen en krijgen sommige kinderen meer (verdiepte en verlengde) of juist minder (compactere) instructie, voor zover de lesstof dit mogelijk maakt. Zo nodig wordt er verbreding in de lesstof aangeboden(bv. thema uitwerken, een andere taal enz. ). Er is een beleidsplan hoog- en meerbegaafdheid aanwezig op school.  

Bij ons op school werken we aan de cognitieve ontwikkeling van het kind; goed leren lezen, taal, rekenen enz. is belangrijk. Daarnaast besteden we aandacht aan de zaakvakken, geschiedenis/ natuur/ aardrijkskunde enz. We vatten dit samen in zaakvakonderwijs. Doordat de kinderen met behulp van planning zelfstandig met hun taken bezig zijn, is er tijd en ruimte om ondersteuning te geven aan kinderen die dat nodig hebben. Zo kunnen wij goed inspelen op de onderwijsbehoeften van ieder kind. 

Vanwege het wat dalende  leerlingenaantal en het lerarentekort zullen we ons in deze schoolplanperiode oriënteren op de verschillende manieren waarop onderwijs georganiseerd kan worden en wat daarin passend is voor onze school.   

 

Kinderen die ondersteuning nodig hebben, worden in principe binnen de klas begeleid en waar nodig en haalbaar  ook buiten de klas verder geholpen.

Binnen onze school is er een ontwikkelingslijn voor begaafde kinderen. In de klas werken we met verrijkingsmaterialen en voor begaafde kinderen bestaat de mogelijkheid om deel te nemen de Day a Week school.

 

Daarnaast is er in de verschillende vakgebieden aandacht voor burgerschapsvorming en persoonlijkheidsontwikkeling. Muziek en creatieve ontwikkeling en bewegen en sport krijgen een mooie plek in ons onderwijsaanbod. Voor muziek, kunst en cultuur werken we op een fijne manier samen met kunstlokaal en kunstlessen vanuit het Kunstenhuis in Zeist. Alle groepen krijgen 20 tot 30 lessen per jaar aangeboden op het gebied van muzieklessen, drama of danslessen. Daarnaast gaan zij naar voorstellingen enz. 

 

Als school hebben wij ervoor gekozen om Coöperatief Leren als basis te gebruiken. 

 

Als leerlingen regelmatig samenwerken, verandert de dynamiek in de klas. Alle leerlingen zijn actief en betrokken bij de les door de werkvormen die worden toegepast. Kinderen kiezen niet zelf hun samenwerkingspartner maar dit gebeurt door het samenstellen van de teams door de leerkracht. Kinderen van verschillende niveaus en achtergronden treffen elkaar. Door het inzetten van teambouwers zorgen we ervoor dat deze teams effectief kunnen samenwerken. 

Daarnaast werken we met coöperatieve werkvormen waarmee we ruimte geven voor interactie over de lesstof. 

 Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar.

Coöperatief leren gaat uit van vier criteria: GIPS

  1. Gelijke deelname. Als er sprake is van gelijke deelname zijn ook leerlingen die anders niet of in mindere mate actief zouden deelnemen, bij het proces betrokken. 

  2. Individuele aanspreekbaarheid. Iedere leerling is aan te spreken op het groepsproces. Dit motiveert leerlingen om mee te doen en hun bijdrage te leveren. 

  3. Positieve wederzijdse afhankelijkheid. Leerlingen hebben elkaar nodig om een goed resultaat te bereiken. Hierdoor ontstaat wederzijds steun onder de leerlingen. Ze staan daardoor positiever ten opzichte van goede prestaties en de kwaliteit van de samenwerking verbetert.  

  4. Simultane actie. Alle leerlingen zijn tegelijkertijd actief bezig gedurende een werkvorm. Dus iedere leerling is betrokken en actief.